Het Lucerne Festival is echt een festival voor de muzikale fijnproevers: in een schilderachtig decor genieten aan de oevers van de Vierwaldstättersee van topmusici in de grandioze concertzaal KKL.
De geschiedenis van klassieke muziek in Luzern
De schilderachtige, aan het Vierwoudstrekenmeer (‘Vierwaldstättersee’) gelegen Zwitserse stad Luzern kan bogen op een lange traditie van klassieke muziek. De aanzet daartoe vormde een galaconcert onder leiding van de vermaarde Italiaanse dirigent, Arturo Toscanini (1867-1957) in 1938. In de decennia hierna ontwikkelden de Internationale Musikfestwochen Luzern - tegenwoordig Lucerne Festival genoemd - zich tot een van ‘s werelds meest toonaangevende muziekfestivals. Al ruim 80 jaar is het festival – en zeker de zomereditie - een begrip in de muziekwereld. Bezoekers uit de hele wereld komen af op een keur aan sublieme concerten en recitals, uitgevoerd door de crème de la crème van de muziekwereld van het moment.
KKL Luzern
Het Lucerne Festival staat zowel bij uitvoerende musici als bij muziekcritici en het publiek in hoog aanzien. Vrijwel alle concerten vinden plaats in het ‘kloppende hart’ van het Festival, KKL Luzern. Deze uitstekende concertzaal, die wordt geprezen om zijn fenomenale akoestiek en zijn voortreffelijke architectuur, werd ontworpen door de Fransman Jean Nouvel (1945). Sinds dat eerste concert in 1938 is er natuurlijk veel veranderd. Bestond dat eerste seizoen uit niet meer dan tien concerten, tegenwoordig zijn het er circa 80 en laven zich in Luzern inmiddels jaarlijks meer dan 100.000 bezoekers aan de festivalconcerten.
Oprichting Lucerne Festival
In de zomer van 1938 vond voor het eerst een groot galaconcert plaats in Tribschen, de voormalige residentie van componist Richard Wagner (1813-1883), en dat concert stond onder leiding van de legendarische Italiaanse dirigent Arturo Toscanini. Niet alleen werd dit concert zeer goed ontvangen, het werd ook door tientallen radiostations uitgezonden. Tijdens deze eerste editie van het festival volgden nog meer concerten en al snel werd besloten om in de inspirerende omgeving van Luzern een jaarlijks terugkerend muziekfestival te organiseren.
In de jaren ‘40 werd het Schweizerische Festspielorchester - een orkest dat bestond uit de beste Zwitserse orkestmusici - opgericht en ging een spilrol vervullen tijdens de jaarlijkse Internationale Musikfestwochen Luzern (‘IMF’), zoals het festival sinds 1943 werd genoemd. In de decennia die volgden, behoorde het al snel tot de meest vooraanstaande festivals voor klassieke muziek ter wereld. De beroemdste en belangrijkste orkesten, dirigenten en solisten gasteren ieder zomer enkele weken in de stad Luzern en geven concerten op verschillende locaties in en rond de stad. Sinds 1970 wordt het evenement ondersteund door een stichting - Stiftung Internationale Musikfestwochen - en kennen de jaarlijkse festivals verschillende motto's en uitgangspunten. Er ontstonden talloze parallelle evenementen, zoals de serie musica nova. Met de bouw van het Luzern Cultuur- en Congrescentrum KKL eind jaren negentig, kreeg het festival een nieuw decor met een van de beste concertzalen ter wereld. In 2000 werd het IMF omgedoopt tot het Lucerne Festival.
Het Lucerne Festival Orchester (LFO)
Tijdens die eerste editie van de Internationale Musikfestwochen Luzern in 1938 beschikte het festival dus al over een huisorkest, dat onder leiding stond van de eerder genoemde Arturo Toscanini. Bestond het festivalorkest van 1943 tot 1993 voornamelijk uit Zwitserse musici, enkele jaren later ontstond er een nieuw festivalorkest, gestoeld op spelers uit het Gustav Mahler Jugendorchester en het Jeugdorkest van de Europese Unie.
De meest recente wedergeboorte van het festivalorkest vond echter plaats op initiatief van de Italiaanse dirigent Claudio Abbado (1933-2014) en artistiek directeur Michael Haefliger (1961), toen het hart van het ensemble bestond uit leden van het eveneens door Abbado opgerichte Mahler Chamber Orchestra. Abbado leidde de eerste uitvoeringen van het Festivalorkest van Luzern ‘nieuwe stijl’ tijdens het festival van 2003. De eerste reis van het festivalorkest naar het buitenland ging in het najaar van 2005 naar Rome en in oktober 2006 vond het eerste optreden overzee plaats in Tokyo. Het orkest verzorgde in 2007 onder de inspirerende leiding van Abbado een alom geprezen uitvoering van Mahler’s Derde Symfonie tijdens een van de beroemde ‘Promconcerten’ in de Royal Albert Hall van Londen. De bij zowel publiek, pers als orkest zeer geliefde maestro bleef het orkest tot zijn dood in 2014 leiden, al moest hij zich bij de eerste optredens in de Verenigde Staten in Carnegie Hall van New York in oktober 2007 wegens ziekte laten vervangen door Pierre Boulez en David Robertson.
Kijktip: Concerten, ook uit het verleden onder Abbado, worden regelmatig uitgezonden via Stingray Brava: https://classica.stingray.com/nl/NL/
Werkwijze Claudio Abbado
Abbado koos persoonlijk en/of via audities de orkestleden uit en deze kwamen dan vanaf begin augustus bijeen in Luzern voor een periode van in totaal drie weken, waarbij er eerst tien dagen werd gerepeteerd. Daarna verzorgde het orkest onder zijn leiding het openingsconcert en nog enkele andere concertprogramma’s. Abbado hechtte veel waarde aan het goed naar elkaar luisteren, zoals in kamermuziek, en in overleg met hem stelden de aanvoerders van de strijkerssecties zelf de lessenaarindeling vast. Repetities begonnen steevast met de afzonderlijke instrumentsecties, voordat dan na enkele dagen het voltallige ensemble met Abbado begon te repeteren. Zo was ieder orkestlid én iedere sectie al bij de eerste ‘tutti’-repetitie onder leiding van ‘de chef’ tot in de puntjes voorbereid.
Riccard Chailly zwaait tegenwoordig de muzikale scepter
In 2014 en 2015 dirigeerde Andris Nelsons het orkest. In 2016 werd Riccardo Chailly tot chefdirigent benoemd en deze functie vervult hij nog steeds. Daarnaast wordt elke zomer een gastdirigent uitgenodigd om het publiek een extra muzikaal perspectief te bieden. Het procedé van repeteren en concerteren is ‘sinds Abbado’ nog steeds hetzelfde en blijkt jaarlijks weer een garantie voor grote successen. Natuurlijk is dit mede ook te danken aan intendant Michael Haefliger, die het festival sinds 1999 steeds weer in goede artistieke en organisatorische banen weet te leiden.
Topmusici tijdens Lucerne Festival
In het LFO speelden en spelen ieder jaar weer 's werelds meest vooraanstaande solisten en orkestaanvoerders mee, waaronder leden van het Alban Berg Quartet en het Hagen Quartet, de violisten Kolja Blacher en Renaud Capuçon, de altviolisten Wolfram Christ en Antoine Tamestit, de cellisten Jens Peter Maintz, Natalia Gutman, Gautier Capuçon en Julian Steckel, de fluitisten Jacques Zoon en Emmanuel Pahud, de klarinettisten Sabine Meyer en Alessandro Carbonare, de hoboïsten Lucas Macías Navarro en Albrecht Mayer, de hoornisten Alessio Allegrini en Ivo Gass, de trompettisten Reinhold Friedrich en Jeroen Berwaerts, trombonist Jörgen van Rijen en paukenist Raymond Curfs. En iedere zomer komen er nieuwe namen bij.
Kijktip - een filmpje van 12 minuten over het LFO uit 2017:
KKL, een creatie van Jean Nouvel
De concertzaal, waar vrijwel alle concerten plaatsvinden, is de zogenaamde ‘witte zaal’ van het cultuur- en congrescentrum KKL (Kultur- und Kongresszentrum Luzern, KKL). Het unieke, prachtige gebouw werd ontworpen door de Franse meesterarchitect Jean Nouvel – die bijvoorbeeld ook de Philharmonie van Parijs ontwierp - en opende haar deuren in 2000. Nouvel werkt graag met glas en dat is duidelijk te zien en merkbaar, want overal wordt het licht weerkaatst en met het dak van 12.000 m2 is het imposante, strakke bouwwerk perfect geïntegreerd in het landschap van water en bergen. Bovendien bracht Nouvel waterkanalen aan die vanuit het meer naar het gebouw leiden. Deze waterkanalen splitsen het gebouw op de begane grond in drie delen: een concertzaal, een multifunctionele hal en het Kunstmuseum. Nouvel gebruikte voor de zaal ongebruikelijke kleuren als granaat, donkergroen en donkerblauw en van binnen is de concertzaal bekleed met houten panelen. Is een bezoek aan het gebouw sowieso al de moeite waard, in de ‘witte concertzaal’ (Salle blanche), die over 1840 zitplaatsen beschikt, zit u uitstekend en is de akoestiek geweldig. In de pauzes kunt u bovendien vanaf het panoramische terras genieten van een spectaculair uitzicht over Vierwaldstättersee en het omliggende berglandschap.
Bezoek Villa Tribschen tijdens Lucerne Festival - Richard Wagner Museum
Aan de Villa Tribschen is een prachtig verhaal verbonden, dat velen onder u waarschijnlijk wel zullen kennen: op 24 december 1870 vond in de hal van Villa Tribschen namelijk de première plaats van de Siegfried Idyll, een symfonisch gedicht voor een kamermuziekensemble. Het stuk was een verjaardagscadeau, een verrassing voor Cosima, dat Wagner stiekem met een aantal bevriende musici had ingestudeerd. De compositie werd voor het eerst uitgevoerd op de trappen in de hal van de villa. Siegfried was de pasgeboren zoon van het echtpaar en in het stuk verwerkte Wagner een Duits Wiegenliedje en verklankte hij vogelzang en zonsopgang, die een indrukwekkende rol zouden hebben gespeeld tijdens de bevalling. Ook verwerkte hij er motieven uit zijn opera Siegfried in. De intieme compositie wordt tegenwoordig meestal uitgevoerd door een symfonieorkest.
Luister- en kijk fragment
Een kort filmpje van 4 minuten, waarbij gedeeltes van de Siegfried-Idyll worden uitgevoerd in de originele bezetting en op de trappen van Tribschen:
De statige villa bevindt zich op een heuvel te midden van een glooiend park, naast het meer. Wagner woonde er vanaf 1866 en ontving er tientallen gasten, waaronder Koning Ludwig II en de filosoof Friedrich Nietzsche, die er maar liefst 23 keer te gast was. Tot de meesterwerken die hij er componeerde behoren Meistersinger en de laatste 2 delen van Der Ring des Nibelungen: Siegfried en Götterdämmerung. Ook trouwde Wagner er zijn tweede vrouw Cosima (1837-1930), dochter van componist, dirigent en pedagoog Franz Liszt. Hij woonde in zijn Tribischener Idylle aan de Vierwaldstättersee tot 1872. Hierna verhuisde hij naar Bayreuth.
Tegenwoordig bevindt zich in de villa het Richard Wagner Museum, waar ondermeer de Erard-vleugel te zien is, waarop de componist Die Meistersinger von Nürnberg voltooide. Daarnaast toont het een collectie schilderijen en foto's en heeft het een verzameling van partituren en brieven die een uitgebreider beeld van Wagners leven en werk biedt.
Sammlung Rosengart
De Rosengart verzameling was van oorsprong een privékunstverzameling van de kunsthandelaar Siegfried Rosengart (1894 – 1985) en zijn dochter Angela (1932). In totaal omvat de verzameling meer dan 300 kunstwerken van 23 verschillende kunstenaars van het zogenaamde klassiek modernisme. Daaronder bevinden zich 125 werken van Paul Klee en tegen de 180 werken van Pablo Picasso. In 1992 zette Angela Rosengart, die zelf nog model heeft gestaan voor Pablo Picasso en die op 4 kunstwerken te bewonderen is in Luzern, de stichting Rosengart op met als doel deze belangrijke verzameling toegankelijk te maken voor het publiek. Vandaag de dag is de Rosengart verzameling ondergebracht in de ruimtes van de voormalige Zwitserse Nationale Bank in Luzern, een in 1924 gebouwd neoclassicistisch gebouw in Empirestijl.
Kijktip:
Frau Rosengart vertelt over Picasso en ‘haar’ Sammlung in een kort filmpje van nog geen 3 minuten:
Geniet tenslotte van een mooie opname van zowel de Wesendonck Lieder als de Siegfried-Idyll in de 'kleine bezetting', uiteraard gespeeld in Luzern.