In maart 1975 vond op het Koninklijk Conservatorium in Den Haag een roemrucht Bach-project plaats ter gelegenheid van de 225e sterfdag van Johann Sebastian Bach. Als zeer jonge student liep ik concert na concert af, waaronder ook een lunchconcert in een oude schuilkerk. Achter het klavecimbel zag ik een jonge man met een nogal woeste baard. Wat hij precies speelde weet ik niet meer - waarschijnlijk Engelse of Franse Suites - maar hoe hij speelde wel: als een merel pikkend naar een worm zag ik hem telkens naar het toetsenbord duiken. Terwijl Bach in die tijd altijd met grote distantie en strengheid gespeeld werd had ik de eerste headbangende klassieke muzikant ontdekt! Tel daarbij op de manier waarop hij het klavecimbel liet bulderen en ik keek verbluft naar de naam op het programmablad. De man bleek Ton Koopman te heten.
Tegenwoordig buigt Ton Koopman nog steeds met zijn hoofd tijdens het muziek maken maar gaandeweg zijn indrukwekkende carrière heeft het een aanvullende functie gekregen: er rest hem als meespelend dirigent van bijvoorbeeld zijn Amsterdam Baroque Orchestra & Choir nu eenmaal niets anders.
Bij de enorme opfrisbeurt die de oude muziek eind vorige eeuw ook in Nederland kreeg, was Ton Koopman één van de mensen van het eerste uur. Met collega’s Frans Brüggen en Gustav Leonhardt stond voor hem maar één vraag centraal: Hoe zou het in de tijd van Bach geklonken hebben? Want waar luidere en steeds briljantere muziekinstrumenten gezien werden als een onderdeel van de vooruitgang, was het maar de vraag of de muziek van Bach, Händel en Vivaldi daarmee ook gediend was. Je ging schilderijen
van Rembrandt toch ook niet van fellere kleuren voorzien?
Ze vormden een flinke steen in de vijver, die als brutale jongelingen de oude muziek van hun statigheid
ontdeden, maar heden ten dage is het pionierswerk van Koopman c.s. niet meer weg te denken. Met zijn onvoorstelbare kennis en tomeloze energie is Ton Koopman een graag geziene gast bij ook de grote symfonieorkesten geworden en dan niet alleen met de muziek van Bach. Zo herinner ik me een ragfijne uitvoering van het Requiem van Mozart bij het Residentie Orkest waar ik toentertijd werkzaam was. Zijn rustige, harmonieuze, montere manier van werken werd door de musici zéér gewaardeerd.
Overigens lag het voor Ton Koopman zeker niet voor de hand dat hij een carrière in de klassieke muziek zou gaan maken. In de wereld van zijn vader, die met zijn Zwolse kruidenierswinkel zeven kinderen te voeden had, was geen ruimte voor gymnasium of conservatorium.
"Ik heb voor mezelf bijgetekend tot mijn 90e, ik heb dus nog even de tijd."
Nadat zijn moeder met bonnen een piano bij elkaar gespaard had stak de jonge Ton punaises in de viltjes om het geluid van een klavecimbel te imiteren. Vervolgens was het de dirigent van zijn kerkkoor die zijn gewicht in de strijd legde om Tons vader te overtuigen dat zijn zoon zijn intellect en talent verder moest kunnen ontwikkelen. Dat betaalde zich snel terug: op zijn 14e werd hij vaste organist van een kerk in Almelo.
Er vloeide een rijk leven in de muziek uit voort, muziek die grofweg met de 2e helft van de 17e eeuw begint en min of meer rond 1800 eindigt. Daarbij kun je dat ‘leven in de muziek’ vrij letterlijk nemen, want wanneer je bij Ton thuiskomt waan je je met zijn klavecimbels en manuscripten in de barok. Zoals ook meubels en boekenkasten voorbije eeuwen ademen. Het enige dat chroom en glans toont is het espressoapparaat: koffie moet voor Ton Koopman state of the art zijn. (En is het ook.)
Wanneer je naar de huidige agenda van de nu 80-jarige Ton Koopman kijkt lijkt het er niet op dat hij besloten heeft om het rustiger aan te gaan doen: van concerten in Japan, New York - Händels Messiah met de New York Philharmonic - en Londen in nauwelijks een paar weken tijd zou menig jong muzikant ook even moeten bijkomen. Het huidige seizoen staat in het teken van zijn 80e verjaardag, zoals ook de agenda in de jaren daarna gevuld is. Van afscheid nemen is dus nog geen sprake. Of zoals Ton Koopman in een interview in De Volkskrant zei: ‘Ik heb voor mezelf bijgetekend tot mijn 90e’, ik heb dus nog even de tijd.’
Roland Kieft - Classical music manager Destin Muziekreizen