Zimbabwe is met een auto moeilijk te bereizen. De wegen zijn slecht, er is bijna geen benzine, overal zijn politie-blokkades en de mini-busjes, die als openbaar vervoer dienen, zijn gevaarlijk en vol. Toch is het land juist nu het massatoerisme het laat afweten een topbestemming om op safari te gaan. Wij vonden de oplossing in de luxueuze Shongololo Express.
Majestueus ligt een luie leeuw voor een zandkasteel gebouwd door termieten. In dezelfde kleur als het gele bouwwerk, dat verschillende torens telt, waant hij zich alleenheerser op de vlakte van nationaal park Hwange. Het is onze reisgenoot Caroline uit Washington die hem vanaf de hoge achterbank in de jeep als eerste ontdekte. We keken haar ongelovig aan. Maar ze wist het zeker. Er ligt een leeuw! Hij vertrekt geen spier. We zijn lang de enigen die hem aanstaren. Pas later krijgen andere rangers er lucht van. Maar ook dan wordt het lang niet zo druk als we verderop tijdens de reis zullen meemaken in het Zuid-Afrikaanse Krugerpark, waar tientallen auto’s, pick-ups en campers de wilde dieren soms zo in de verdrukking brengen dat ze angstig en agressief worden.
In Hwange, waar onze trein gewoon in het nationale park geparkeerd staat, is het stil. Zo zijn we met ons safarigroepje ook alleen als we een kudde buffels met hun gevaarlijke gekrulde horens tegenkomen en wekken we zelfs de nieuwsgierigheid op van een zeldzame gevlekte hyena. Hij drentelt om onze jeep heen en sluipt pas weg in het struikgewas als er een ander voertuig aankomt. Het toerisme, ooit de grootste inkomstenbron van Zimbabwe, is teruggevallen naar tien procent van wat het ooit was. „Vroeger hadden we twaalf safari-jeeps, nu nog maar twee”, vertellen Ian Harmer en Kurt Schmidt van African Wanderer Safaris. In het nationaal park Matopos organiseren ze een wandelsafari waarbij we vlakbij een witte neushoorn en haar jong komen. Voor sommige van de treinpassagiers het hoogtepunt van hun reis.
Rustplaats van goede geesten
„Geen foto’s online plaatsen waardoor stropers de coördinaten van hun locatie te weten komen”, waarschuwen ze. Het park, dat gekenmerkt wordt door schitterende rotsformaties, alsof een reus met granieten blokken heeft zitten spelen, is aangewezen als reservaat voor de witte en de zwarte neushoorn. Ondanks gewapende bewakers worden er toch nog dieren voor hun hoorns door stropers gedood. Leeuwen, olifanten en giraffen zijn er al helemaal niet meer, maar wel veel luipaarden, antilopen en bavianen en niet te vergeten de zwarte adelaar.
Het is inspirerend om te zien hoe gepassioneerd de twee mannen, waarvan de families hier al generaties lang wonen, zich inzetten voor de natuur en de historie van Zimbabwe. Natuurlijk moeten we het graf van Cecil Rhodes bezoeken boven op de kale rotsen. De naamgever van Rhodesië, zoals Zimbabwe vroeger heette, noemde het uitzicht Blik op de Wereld, maar de inheemse mensen spreken van Malindidzimu: de rustplaats van de goede geesten. In een enorme overhangende grot bewonderen we de rotstekeningen van de bosjesmannen, de San, de echte oorspronkelijke bevolking van zuidelijk Afrika. „Wat zou het mooi zijn als die zich hier weer konden vestigen”, droomt Kurt hardop. Wat er nog van het volk over is, leeft voornamelijk in Namibië.
,,Wel even iets kopen bij de plaatselijke handwerkslieden”, roept Kurt, terwijl we koers zetten naar een kleine lokale markt. Het kleurrijke houtsnijwerk en de gevlochten mandjes met deksel van de Ndebele, die in de Matobo Hills wonen, worden ook verkocht bij de Victoria Watervallen waar we de treinreis begonnen zijn. „Maar wat is er leuker dan een sieradenmandje kopen en met de maakster op de foto te gaan”, zegt Shakira uit Bermuda. Christoph uit Zwitserland probeert zijn vrouw Regula af te remmen. „Ze koopt en ze koopt maar. Ze dingt ook helemaal niet af en ik kan hier nergens pinnen”, zegt hij quasi wanhopig. „Ach nee”, zegt ze. „Dat kan ik niet. Die mensen hebben bijna niks.”
Met de duizendpoot door Zimbabwe
Inderdaad leeft 75 procent van de Zimbabwanen onder de armoedegrens. We komen met de trein niet in steden en langs sloppenwijken, maar ook op het platteland is de armoede zichtbaar. Alleen maar huizen van leem en zelfgebakken stenen. Je kunt ook maar beter niks hebben, want wie een auto heeft en een lading vervoert, moet elke keer betalen bij de wegversperringen. Zelfs voor je fiets. Maar wat zijn de mensen lief en dapper. De Shongololo-trein (Afrikaans voor Duizendpoot) is voor hun entertainment, een belevenis. Jong en oud staat te zwaaien en kinderen rennen op hun blote voeten mee over de stenen langs de rails. Als we zo nu en dan stilstaan vertellen ze over hun broertjes en zusjes en vragen ze waar de kinderen aan boord zijn. Niet een keer hebben ze om geld gevraagd. Wel een keer verlegen om pizza.
„Ze zien niks in wat jullie verstaan onder gezonde voeding”, zegt onze gids Phophi Lovemore Mulaudzi, die zich kortweg P.J. laat noemen. „Vitaminen in fruit, wat zijn dat? Die kun je niet zien.” Meelspijzen als pap en polenta zijn natuurlijk ook veel voedzamer. Bijna iedereen verbouwt zelf wat en ook het zoeken naar goud is in dit land, dat ooit rijk was door goud, diamanten en platina, een privéonderneming geworden. Als we soms middenin de bush stil stonden met de trein zagen we de gaten in de grond, die goudzoekers gewapend met een schop en een plastic emmer hadden gegraven. Officieel moeten ze een vergunning kopen. Nieuwsgierig gingen we op zoek naar de man die een goudklompje zou hebben gevonden. Maar hij was al snel uit zicht verdwenen.
„Nee, Zimbabwanen komen niet in verzet. Dit is een hoogopgeleid land”, zegt P.J. Dankzij de Engelsen is er binnen een straal van drie kilometer een school. ’s Morgens maken basisschoolleerlingen gebruik van het gebouw en ’s middags de middelbare scholieren. Zuid-Afrika zou niks zijn zonder de goed opgeleide Zimbabwanen.” Voedsel is er onbespoten. Er is gewoon geen geld voor bestrijdingsmiddelen. Hoe vindingrijk de mensen zijn, zagen we aan een echtpaar dat we ontmoetten toen we naar de imposante ruïnes van de verloren stad Great Zimbabwe gingen. Uit een emmertje scheppen ze geroosterde termieten. Lekker knapperig en zout. Uit nood geboren hapjes van de toekomst.
Verrijking
Na elke excursie worden we door het treinpersoneel met een drankje verwelkomd en in de watten gelegd. Al de tweede dag weten ze hoe je je koffie drinkt en wat je lekker vindt bij het avondeten of het ontbijt. Tegen theetijd verzamelt iedereen zich in de bar, de loungewagon en het open observatierijtuig. Onder het genot van sandwiches wordt er gelezen, spelletjes gedaan en ervaringen van de dag uitgewisseld. Intussen trekt het schitterende landschap voorbij en zijn we getuige van spectaculaire zonsondergangen. En dan moet het fantastische diner nog beginnen met regelmatig wild op het menu als struisvogel, springbok en krokodil. Jammer voor de vegetariërs maar de kudu-carpaccio (een soort antilope) was heerlijk!
We reizen met een heel divers internationaal gezelschap. Van Canada en de VS tot Brazilië, Bermuda, Duitsland en Zwitserland. Iedereen heeft zijn eigen interesses en invalshoeken. Zo hebben de Canadezen als buitenmensen en jagers een eigen kijk op de wildparken en een goed oog voor de vogels. De gasten uit Bermuda zijn als tuinliefhebbers kenners van de bloemen, bomen en vruchten. Hoewel het ontbijt bol staat van het verse fruit gingen ze tot groot vermaak van de rest en van de verkopers langs de weg op zoek naar de perfecte mango. Bij het passeren van de boomgaarden in Zuid-Afrika in de groene valleien van de Drakensbergen zagen ze precies wat er groeide. Maar ook bij de eenvoudige huisjes in Zimbabwe herkenden ze de fruit- en notenbomen in de tuintjes. Leuke weetjes die een reis rijker maken.
Het Afrikaanse stadsleven beleefden we in Maputo, de levendige hoofdstad van Mozambique, die we bereikten na een rit door koninkrijk Swaziland. De inwoners van Mozambique zijn ook weer van die overlevers. Iedereen heeft een eigen handeltje. De straten zijn een aaneengesloten markt. „Als je wat gefikst moet hebben, in je huis of aan je auto, moet je iemand uit Mozambique vragen”, zegt P.J. Volgens hem komt dat door het onderwijssysteem dat ook oog heeft voor kinderen die niet zo goed leren. Ze krijgen een technische opleiding waardoor ze mee kunnen doen in de maatschappij. Veel bedrijvigheid komt ook door investeringen van de Chinezen. Ze bouwen wegen en bevorderen het toerisme aan de kust van de Indische Oceaan. „Ja, natuurlijk leidt dat tot leningen en schulden. Maar er gebeurt wel wat”, relativeert P.J.
Na het landelijke treinen in Zimbabwe bieden de overvolle stations in Mozambique en Zuid-Afrika een totaal ander beeld. Hier zijn treinen noodzakelijk om voor werk van de townships naar de fabrieken en de grote stad te komen. Maar dankzij het Kruger Park en de fraaie Panorama Route eindigt de reis zeker niet zonder schoonheid.
Dit artikel is zaterdag 23 juli 2022 verschenen in de bijlage REIZEN-VRIJ van de Telegraaf, geschreven door Thea Detiger